Het aanbrengen van de lijktouwen
De zeilen van historische schepen waren omzoomd door de z.g.n. lijktouwen. Aan de onderste hoeken bevonden zich een soort ogen, de schoothoorns en aan de bovenste hoekpunten vinden we iets dergelijks, maar dan heten het de nokleuvers. (fig. 1) Het aanbrengen van dit geheel op modelschaal vereist wel enig geduld, maar dat moeten we er dan maar voor over hebben. Voor deze lijktouwen gebruikt Daan takelgaren, dat speciaal voor modelbouw in allerlei diktes wordt vervaardigd. Soms te koop bij van Lopik, anders in Rotterdam bij van Nieuwenhuyzen op de Oude Binnenweg.
Dit touw moet eerst worden geïmpregneerd met Glitsa vloerenlak (eiglans). Hiertoe giet Daan eerst wat Glitsa op een (oud)schoteltje, legt het touwtje erin, drukt het met een lapje in de vloeistof en trekt dan zoveel als hij nodig heeft van het touw door de vloeistof, waarna het moet worden afgeveegd om geen last te hebben van aanhangende druppels. Het geïmpregneerde touw moet op geschikte wijze worden opgespannen om te drogen. Op dezelfde wijze behandelt hij ook het garen waarmee de lijktouwen aan het zeil worden genaaid. Deze behandeling maakt het materiaal wat stugger, waardoor het resultaat er strakker uitziet. Een ander pluspunt is dat er zich minder stof aan hecht. Het zeil wordt nu vlak op een plankje gespannen en beginnend bij een bovenhoek wordt het lijktouw langs het zeil gelegd en met transparante knutsellijm aan het zeil vastgezet tot aan de andere bovenhoek. Let er wel op dat de schoothoorns aan de onderhoeken ook door het lijktouw worden gevormd. Het bovenlijk met de nokleuvers wordt op dezelfde wijze aangezet en na droging van de lijm wordt het geheel van het plankje genomen en met de hand aan het zeil genaaid, waarbij de draad zowel door de rand van het zeil als door het lijktouw wordt gestoken. De afwerking van de "lussen op de hoekpunten", de schoothoorns en de nokleuvers, vereist wel enige zorg om geen al te dikke bobbels in het touw te krijgen. Gelukkig hoeven we geen touwsplitsen 1:50 te maken maar zeker in geval van de nokleuvers kan men de losse einden door het aanliggende lijktouw steken en vastzetten met secondenlijm of iets dergelijks.
Reilen met zeiltjes
Wie wel eens heeft geprobeerd om een scheepsmodel te voorzien van zeilen, stagen, lijnen , blokjes en wat er nog meer is bedacht om de modelbouwer het leven moeilijk te maken, kent ongetwijfeld de momenten waarop men zich afvraagt waarom de mens maar 10 vingers en twee handen heeft gekregen. Dit overkwam dus ook Daan van der Gaag, die na de nodige ergernissen de wijsheid ontwikkelde: "de mens heeft vingers gekregen om er zijn hobbywerk mee te doen en niet om het vast te houden!" Het vasthouden van werkstukken en onderdelen kan nu eenmaal veel beter door gebruik te maken van eenvoudige hulpstukken. Voor het knoopwerk aan zijn zeiltjes, blokjes etc. heeft Daan een verbluffend simpel hulpstukje gemaakt dat bijzonder effectief is gebleken en waarmee hij met demonstraties op modellenshows veel waardering heeft geoogst.
Het hele hulpstuk bestaat uit niets anders dan een stukje geplastificeerd spaanplaat van ± 35 bij 20 cm en een dikte van ca. 1_ cm. Hierin zijn een aantal gaatjes van 03 mm. geboord volgens een ruitpatroon van 1 x 1 cm. Deze gaatjes moeten 8 à 10 mm. diep worden geboord. In de gaatjes passen ca. 3 cm. lange houten pennetjes, die Daan heeft gemaakt van Ramin rondhout, dat in goede modelbouwzaken verkrijgbaar is. (Fa. van Lopik of anders bij Modelbouw Vlaardingen, vroeger Het Speelkwartier", op de Hoogstraat nr. 57)
De werking van het geheel is zeer eenvoudig. Het bord wordt op tafel gelegd, liefst met één kant gelijk met de tafelrand of iets daaroverheen. Het te bewerken onderdeel wordt in zo ongeveer de gewenste positie op het bord gelegd en door het insteken van stokjes in de meest gunstige gaatjes kan dan het onderdeel worden klem gezet. Als dit niet direct lukt is het altijd nog mogelijk om gebruik te maken van kleine houten wiggetjes, klein knijpertjes, klemmetjes en dergelijke hulpmiddeltjes.
Voor het maken van zuiver knoopwerk aan zeilen en raas bijvoorbeeld is het belangrijk om de diverse touwtjes en draadjes strak te houden. Hiertoe laat Daan de einden
simpelweg over het bord hangen en voorziet in de nodige trekspanning door knijpers of metalen klemmetjes als spangewicht te gebruiken. Ik heb getracht om op bijgaande schets een en ander zo goed mogelijk weer te geven.
Als het gebruikte draadje erg dun is, zo ongeveer de dikte van naaigaren, steekt Daan het wel eens eenvoudig vast door het draadje over een gaatje in het bord te leggen en dan gewoon een stokje in het betreffende gaatje te steken.
Daan heeft het zelfs gepresteerd om het systeem te gebruiken voor het maken van het staand want van zijn `Berlin', compleet met weeflijnen en al! Hierbij werden overigens de (in het echt geteerde) hoofdtouwen eerst gekleurd met Oost-Indische inkt en daarna behandeld met Glitsa (eiglans), op de wijze zoals dit al eens eerder werd beschreven. Misschien dat we mettertijd dezelfde werkwijze kunnen toepassen bij het tuigen van het clubproject "Haringbuis". Wie weet heeft iemand van ons dan nog een paar slimmigheden ontdekt om het systeem nog te verbeteren, hoewel hij er dan een harde dobber aan zal hebben om de eenvoud van het hulpstukje geen geweld aan te doen!
|